Het ontstaan

Het ontstaan en de groei van het periodiek

†   Mon Römer

1. Het ontstaan

1970 26 september : Oprichtingsvergadering van de Studiegroep Voorafstempelingen. Op het einde van het jaar telt de vereniging 13 leden.

1971 maart : Op het einde van het jaar telt de vereniging 20 leden. 

Uit rondzendbrief n° 2 :

“Een verder facet is, dat bij een voldoend aantal deelnemers een STUDIEBLAD op het gebied van VOORAFSTEMPELINGEN kan verschijnen. Weliswaar moeten wij, als wij zover zijn, van de Bond een contributie van ƒ 7,50 per jaar gaan heffen, maar is een blad, speciaal gericht op onze hobby, dit geringe bedrag niet waard? Maar eerst zullen wij een voldoend aantal deelnemers aan onze club moeten hebben!”

1971 oktober : Uit rondzendbrief n° 3 :

“Onze financiële positie laat bepaald nog niet toe, dat onze club nu al een studieblad kan uitgeven. Om dit manco enigszins op te vangen, gaan we de frequentie van onze rondzend brieven verhogen, met als streefgetal 6 per jaar. Voorts zal in elke rondzendbrief een rubriek “WETENSWAARDIGHEDEN” worden opgenomen.”

1972 oktober : Op het einde van het jaar teldt de vereniging 24 leden. 

Uit een rondzendbrief : 

“Om aan een vaak uitgesproken wens te voldoen, is besloten, in het vervolg ook daadwerkelijk meer rondzendbrieven uit te zenden.”

1982 maart : Uit het verslag van de voorjaarsvergadering : 

“Aangezien volgens de statuten het bestuur uit 5 leden dient te bestaan, zal de aftredende secretaris als bestuurslid aanblijven. Hij zal zich met diverse aangelegenheden bezig houden, zoals het in het leven roepen van een verenigingsblad”.

1982 september : Op het einde van het jaar telt de vereniging 57 leden. Uit het verslag van de najaarsvergadering: 

“Tijdschrift : Hr. Vermeer meldt nog geen tijd te hebben gehad iets hieraan te doen. Het vullen van 2 of 3 exemplaren zou in principe geen probleem zijn. Het risico dat daarna echter niet voldoende copy meer aanwezig is c.q. aangeleverd zal worden is niet denkbeeldig. Tijdens de volgende bestuursvergadering zal hier nader op teruggekomen worden.”

1983 februari : Uit het verslag van de voorjaarsvergadering : 

“Over een eigen tijdschrift valt nog niet veel te melden anders dan dat Heer Vermeer hier bepaalde ideeën over ontwikkeld heeft die voorwerp van bespreking zijn binnen het bestuur. Gedacht wordt o.a. aan vanzelfsprekend bijdragen van eigen leden, (vertaalde) overname van artikelen uit The Precancel Forum en het tijdschrift van de Arbeitsgemeinschaft Voorausentwertungen, aanwinsten van de bibliotheek, nieuwe leden en advertenties van en voor leden. Mocht U nu al copy of ideeën hebben, dan kunt U zich wenden tot de Heer Vermeer.”

1983 mei : Op het einde van het jaar telt de vereniging 62 leden. 

Uit het verslag van de bestuursvergadering. 

“T.a.v. het periodiek kan gemeld worden dat hier nog geen schot in zit. Hr. Vermeer zegt dat opzetten en continueren twee heel verschillende zaken zijn. Hr. Soldaat stelt voor een redactieraad te benoemen en een proefnummer samen te stellen. Gevraagd wordt aan de HH. Soldaat/Vermeer samen een proefnummer samen te stellen.”

1984 februari : Op het einde van het jaar telt de vereniging 69 leden. 

Uit het verslag van de voorjaarsvergadering. 

“Het eigen periodiek wil nog maar niet van de grond komen. Copy is naar de mening van het bestuur in voldoende mate aanwezig, de vraag is alleen wie deze kar wil trekken. Mocht U tijd hebben, dan graag melden bij het bestuur”.

1985 maart : Op het einde van het jaar telt de vereniging 74 leden. 

Uit het verslag van de voorjaarsvergadering. 

“De voorzitter merkt op dat in deze vergadering ons lid, de heer Van der Heide hoogstwaarschijnlijk benoemd zal worden als nieuw bestuurslid ter vervulling van de vacature ontstaan door het vertrek uit het bestuur van de Heer Vermeer. De taak van het nieuwe bestuurslid zal voornamelijk gericht zijn op het van de grond krijgen van een eigen periodiek, waarmee hij ook in een andere filatelistische vereniging ervaring heeft opgedaan. Een behoorlijk deel informatie- en kennisoverdracht zou hiermee opgelost kunnen worden.”

1986 februari : Op het einde van het jaar telt de vereniging 75 leden. 

Uit het verslag van de voorjaarsvergadering. 

“De convocatie voor de najaarsvergadering zal vervat worden in het eerste nummer van ons verenigingsblad, waarvan de redacteur is ons bestuurslid de Hr. V.d. Heide. Leden kunnen in dit blad gratis adverteren, mits de lengte van de advertentie het hieronder aangegeven aantal posities niet overschrijdt. Goedkeuring tot plaatsing is overigens voorbehouden aan het oordeel van het voltallig bestuur, welke zich het recht voorbehoudt advertenties die een al te zeer commercieel karakter dragen te weigeren”.

2. De groei

In 1986 was het dan zover : het nummer 1 van de 1° jaargang verscheen op 1 oktober 1986. Voorzitter J. Schijf schreef in zijn voorwoord : 

“Het is mij als voorzitter van de STUDIEGROEP “VOORAFSTEMPELINGEN” een genoegen een voorwoord te mogen schrijven bij de geboorte van ons periodiek. Dankzij de voortvarende aanpak van ons bestuurslid, de heer Van der Heide, ligt het eerste nummer thans voor u. Zoals ik reeds eerder tijdens een van onze bijeenkomsten heb opgemerkt zal het voortbestaan mede afhankelijk zijn van de inbreng van onze leden. Ik roep u dan ook met klem op zoveel mogelijk bijdragen te leveren en te blijven leveren. De liefde, hoe groot ook, kan niet van één kant komen”.

De periodiek bevatte 28 bladzijden; het kaft was wit. De meeste artikelen waren vertalingen van teksten die in het tijdschrift VE-Sammler van onze Duitse zusterclub waren gepubliceerd. In dit eerste nummer begon redacteur Douwe van der Heide aan een artikelenreeks over de “Boekdrukvoorafstempelingen op de enveloppen van de Nederlandse Filatelistische Dienst”. Hij zou dit drie afleveringen volhouden. De toon was gezet : naast artikelen uit buitenlandse tijdschriften werd degelijk eigen studiewerk gepubliceerd.

Tijdens de voorjaarsbijeenkomst in april 1987 bracht de heer Vermeer lof uit over “het bijzonder geslaagde eerste exemplaar van ons verenigingsblad”.

In april 1990 bestaat het tijdschrift al 2,5 jaar. Tijdens de voorjaarsvergadering vraagt de Hr. Van Twuyver zich af “of er inmiddels een naam bestaat voor ons blad.” Het antwoord : “Bij het bestuur is geen enkele suggestie binnengekomen”. De heer Renders vraagt naar de mogelijkheid om jaarlijks meer exemplaren van ons blad te laten verschijnen. Het antwoord van het bestuur : “Echter het gebrek aan kopij alsmede de extra druk- en porto-kosten weerhouden het bestuur hiervan. Jammer, maar waar”.

Tijdens de najaarsbijeenkomst klaagt de redacteur “zijn nood over het gebrek aan kopij van de leden. Het blad draait op slechts enkele inzenders van kopij, waarbij zelfs een niet onaanzienlijk deel van een niet-lid.”

Vanaf het nummer 10 in april 1991 wordt de omslag geel dat tot op heden een handelsmerk is geworden voor onze periodiek. Het aantal bladzijden is inmiddels opgeklommen tot een gemiddelde van 50 à 60 bladzijden met een absolute piek van 84 bladzijden voor het lustrum nummer. 

In dit blad staat ook : 

“Wij danken alle leden die sinds 1986 kopij instuurden; dank zij hen bestaat ons blad nog steeds. We moeten echter vaststellen dat de laatste jaren “België” ruim vertegenwoordigd is terwijl sommige landen weinig of niet aan bod komen. Het kan toch niet zijn dat hierover alles reeds geweten en gepubliceerd is. Daarom doen we een dringende oproep tot het insturen van kopij. Leden die graag iets willen publiceren maar niet goed weten hoe het te formuleren, kunnen altijd contact opnemen met de redactie.”

Nog uit dit nummer : “De Hr. Smits vraagt naar de mogelijkheid van pagina-grote advertenties in ons blad. Dit wordt niet toegestaan”.

Uit het nr. 12 van april 1992 : “Aandacht wordt gevestigd op ons blad, wat vooral het resultaat is van het werk van de HH. Van der Heide, Römer en Leemans”.

“In het afgelopen verslagjaar is onze Studiegroep geaccepteerd als lid van de NBFV. Op basis van de inhoud van onze publicaties in 1991 hebben wij inmiddels een subsidie van de NBFV ontvangen van ƒ 1.248,- dit vooral dank zij de medewerking van een overigens zeer beperkt aantal van onze leden. Ook dit jaar kunnen wij hiervoor weer in aanmerking komen en het bestuur doet hierbij een dringend beroep op alle leden copy te leveren.”

In het nr. 13 van november 1992 klaagt J. van Roosmalen : 

“We vormen een Nederlandse Studiegroep Voorafstempelingen, waarvan met enige spijt moet worden vastgesteld, dat – met name in de publicaties van ons eigen orgaan – de Nederlandse precancels temidden van haar internationale soortgenoten maar een zeer bescheiden plek innamen.”

Dit nummer bevat een extrabijlage, met name een kopie van de catalogus en het programma van het “Eerste Kongres en eerste Tentoonstelling in Europa van Voorafgestempelde postzegels”, gehouden van  13 tot en met 21 mei 1939 in Antwerpen.

In het nr. 17 van oktober 1994 haalt Frans de Groot (zaliger) een stunt uit. De Belgische voorafgestempelde zegel bestaat dan 100 jaar en Frans voegt (op eigen kosten) een kleurenblad in de periodiek met afbeeldingen van een aantal Belgische préo’s uit 1894. In het nr.19 van oktober 1995 herhaalde hij deze stunt samen met Douwe Van der Heide met de eerste Franse voorafstempelingen uit 1893.

Ook in het n° 22 van april 1997 volgt een nieuwe stunt; ditmaal van mezelf. Ik publiceerde een gefingeerde rouwbrief bij het officieel afschaffen van de Belgische préo.

In het n° 33 van oktober 2002 gaf Douwe Van der Heide er (naar mijn mening terecht) de brui aan. Al in het tweede nummer van 1981 schreef hij: 

“Inleveren kopij. Voor de volgende periodiek kan er kopij ingeleverd worden tot 15 september a.s. Tot nu toe is er zéér weinig kopij ingeleverd !”.

Wanneer hij de vacature voor de redacteurfunctie aankondigde schreef hij : 

“De laatste jaren heb ik wegens drukke werkzaamheden aan u, leden/lezers regelmatig kopij gevraagd en ook verzocht om wat tijdrovend vertaalwerk te verrichten. Helaas zonder reactie. Om die redenen heb ik uiteindelijk besloten te stoppen met mijn redacteurschap voor de periodiek.”

Hij heeft dan 1764 bladzijden geredigeerd en of geschreven !!! En dat in een periode dat er nog geen computers waren en dat het samenstellen van een periodiek voornamelijk knip- en plakwerk was.

Mike Molle nam de fakkel over en maakte nog 3 periodieken. In de loop van 2004 verhuisde hij naar de Verenigde Staten van Amerika waarna Piet Leemans “redacteur ad interim” werd die, enerzijds te weinig tijd had om zelf voor kopij te zorgen, en anderzijds hetzelfde probleem had als Douwe : buiten enkele vaste leveranciers kwam er geen nieuwe kopij.

3. Volwassen

Voor een vereniging met een honderdtal leden, waarvan er twee keer per jaar een 20 à 25 leden naar de bijeenkomsten komen, is het verenigingsblad een bindmiddel met de overige 75 à 80 leden. Ik zag de kwaliteit van het blad verminderen en dit deed pijn. Daarenboven ergerde ik me dikwijls aan de slechte kwaliteit van zwart-wit afbeeldingen. Daarom stelde ik in het voorjaar van 2006 aan Piet leemans voor het blad minstens één maal uit te geven, volledig in eigen beheer. Ik bezit een vrij goede kleurenlaserprinter en wilde proberen het tijdschrift een frisser uitzicht te geven door, waar mogelijk, afbeeldingen in kleur weer te geven.

Als beginneling overdreef ik natuurlijk en het nummer 41 van oktober 2006 leek dan ook meer op een kerstboom dan op een periodiek. Daarenboven liepen de kosten ervan zo hoog op dat ik het bij een éénmalige gebeurtenis moest laten.

Uit het n° 43 van oktober 2007 : 

“Tijdens de afgelopen jaarvergadering is het voorstel aangenomen om per 1 januari van het volgende jaar de contributie te verhogen. De contributie bedroeg sedert vele jaren 9 Euro. Echter door het in kleur verschijnen van het boekje is het noodzakelijk geworden om de contributie te verhogen. De leden hebben te kennen gegeven dat een volledig kleurennummer de voorkeur verdient. De contributie voor 2008 is vastgesteld op 12,50 Euro. Hoewel het procentueel een forse verhoging is, is het in vergelijking met de meeste andere verenigingen een zeer laag bedrag. Het bestuur hoopt dat dit nieuwe bedrag ook weer voor een langere periode in stand kan blijven.”

Sorry, dames en heren, mijn schuld … 

Maar ik denk dat het de moeite waard was. Veel clubs zijn jaloers op onze kleurenuitgave. Ook onze Duitse zusterclub brengt nu zijn periodiek in kleur uit. In ruil voor de hogere contributie kregen jullie mooi geïllustreerde artikelen van onze vaste leveranciers. Ik denk aan :

  • De Engelse kruisbandjes van “W.H. Smith & Son Newspaper Wrappers”, een artikelenreeks van Douwe van der Heide 
  • Vertaalde en zelfgeschreven artikelen over de “USA” van Mike Molle
  • Bijdragen over “Duitsland” en “Oostenrijk” van Frans Pouwel 
  • De “Catalogus van de Nederlandse klassieke voorafstempelingen”, een artikelenreeks van Hennie van Dijck die waarschijnlijk nog lang voor goede kopij zal zorgen. (J. Van Roosmalen zaliger zou uitermate verheugd zijn. In november 1992 klaagde hij nog dat er zo weinig “Nederland” aan bod kwam). 
  • Ik kon ongebreideld mijn gang gaan met “België”. Dit is het voorrecht van een redacteur die zelf kan bepalen wat wel of niet in de periodiek terecht komt.
  • En ten slotte mag ik in dit overzicht Johan van Wichen niet vergeten. Hij is bij het samenstellen van deze periodiek mijn rots in de branding. Hij zorgt regelmatig voor nieuwtjes over “USA”. Hij bezorgt een overzicht van behaalde prijzen in veilingen. Met veel geduld stelt hij de veilinglijst op en de tabel met de behaalde prijzen.

Met deze vaste leveranciers is de nabije toekomst van de periodiek nog lang niet in gevaar. 

Het enige wat nog ontbreekt, is de inbreng van onze leden. Ik begrijp dat de meesten er voor terug schrikken om zelf artikels te schrijven. Wat ik echter mis zijn tips over items waarover ze een stukje willen lezen. Wij doen wel het opzoekwerk. De meesten zullen wel aangesloten zijn bij andere clubs en zullen af en toe wel eens iets tegen komen dat over préo’s gaat. Meldt het ons en wij doen ons best om er iets van te maken.

Jullie hebben ongetwijfeld mooie en/of zeldzame stukken in jullie verzameling zitten. Hierbij doe ik nogmaals een oproep om scans of fotokopieën ervan (zegels of poststukken) aan ons te bezorgen met een klein woordje uitleg waarom ze zo boeiend of zeldzaam zijn. 

Wij zorgen wel voor een artikel.