Oproep aan studiegenoten
✝︎ Mon Römer
Als algemeen redacteur moet je ook voldoende weten over andere landen dan je eigen studiegebied; al was het maar om de teksten die andere leden hebben ingediend beter te begrijpen. Geen betere manier dan artikels in oudere periodieken te herlezen.
Ik begon met de VSA. In het nr. 2 van april 1987 las ik een zeer boeiende tekst van L. Schilpzand : “Waar komen toch al die Amerikaanse Precancels vandaan?”. Hieronder volgen enkele paragrafen uit deze tekst :
“Het is nu al weer ongeveer 10 jaar geleden dat iedereen nieuwe Amerikaanse zegels kon laten voorzien van een Precancel”. Dan denk ik bij mezelf : waarom mocht dit 11 jaar geleden niet ? En hoe is deze regelwijziging bij het postpersoneel en bij de bevolking kenbaar gemaakt ?
De paragraaf gaat verder : “Dat betekent echter niet dat ook iedereen zonder meer deze op bestelling gemaakte Voorafstempelingen op zijn post kan gebruiken. Men moet daar nog steeds een vergunning voor hebben.” Dan denk ik weer bij mezelf : wie kan dergelijke vergunningen krijgen en onder welke voorwaarden ?

En nog : “In 1986 is er in Amerika veel geschreven over de manier waarop de Precancels echt kunnen worden gebruikt. Na veel heen en weer geschrijf in de postzegelpers is het nu wel tot de meeste directeuren van postkantoren doorgedrongen welke regels moeten worden gevolgd”. Als ik dat las viel ik bijna van mijn stoel van verbazing. De Post in België was (en is) een sterk gestructureerd hiërarchisch bedrijf. Alles werd in regeltjes vastgelegd en deze regeltjes moesten tegelijkertijd bij hoog en laag bekend geraken. De loketbediende moest weten welke zegels hij mocht voorafstempelen en aan wie hij ze mocht verkopen en in welke hoeveelheid. De postbode moest weten hoe hij een onbestelbaar stuk moest behandelen enz…
In 1931 gaven P. Rotsaert en R. Byl “Les Timbres préoblitérés de Belgique” uit. Hierin werden 1 koninklijk besluit, 5 ministeriële besluiten en 6 dienstnota’s gepubliceerd. Het zou meer dan 50 jaar de basis zijn voor de kennis van de filatelisten over de voorafgestempelde zegels van België. Midden van de jaren ’80 van de vorige eeuw begon ik met het verzamelen van Belgische préo’s. Naarmate ik meer en meer poststukken vond, wilde ik meer weten over de juiste postale behandeling ervan. Door geduldig zoeken in het Postmuseum, met de gewaardeerde hulp van de eminente Antwerpse filatelist Willy Van Riet, ben ik er in geslaagd dit aantal op te voeren tot meer dan 100 wetten, besluiten, onderrichtingen en dienstnota’s die steeds geheel of gedeeltelijk over préo’s handelen.
Anderen hebben dit blijkbaar ook gedaan. Een greep uit verschillende artikels die in onze periodiek gepubliceerd werden :
“Vervalsingen van de voorafstempelingen van Luxemburg – Günter Lanser : … Toen het Decreet van 20 november (gepubliceerd in het Luxemburgse Staatsblad nr. 59 van 3 december 1900) de introductie van voorafstempelingen in Luxemburg bekend gemaakt werd, …”
“Dated Control – D. Smith Precancel Auctions – Johan van Wichen : … In juli 1938 werd het gebruik van datumcontrolestempels verplicht ingevoerd bij frankering vanaf 6c, en later bij frankering vanaf 8c. …”
“De dagbladvoorvernietiging in Hongarije – J.A.G.M. van Roosmalen : … Speciale krantenbezorgers gerekruteerd uit de gelederen van het postbedrijf zelf, stonden gereed om direct na aankomst van de krantenpakketten, de krant naar de lezer te brengen. Deze aanvankelijke proef (H.Min.Verord. 50/175/1898) leidde tot de definitieve krantenexpedities van de PTT. (H. Min.Verord.78/555/1899)…”
En dan komen we nu tot de kern van mijn betoog : Waar zijn al deze instructies gebleven ? Er moet al het mogelijke gedaan worden om ze terug op te sporen en aan te vullen om ze daarna veilig op te bergen in de verenigingsbibliotheek zodat ze ter inzage zijn voor alle huidige en latere préo-filatelisten. Ik heb dat al gedaan met alles wat ik aan regeltjes over België opgezocht heb. Jullie kennen ongetwijfeld collega-verzamelaars in andere landen. Zet ze aan het werk!
En tenslotte nog dit : indien ik een verzamelaar zou vragen een kader (d.w.z. 12 of 16 albumbladen) te vullen met alleen maar dagbladbandjes of drukwerk, zou hij of zij waarschijnlijk erg verlegen zitten om daarop in te gaan.
Meestal zijn deze documenten niet aantrekkelijk en worden ze dan ook niet bewaard. Vooral wat de oudere documenten betreft, komt daar nog bij dat de zegel dikwijls slechts half op het kruisbandje werd geplakt en de andere helft op het poststuk zelf. Het is dan ook niet verwonderlijk dat weinig documenten aan vernietiging zijn ontsnapt en dat er niet veel verzamelaars zijn die zich op het verzamelen ervan hebben toegelegd.
Alhoewel er in alle landen veel meer drukwerk werd verzonden dan gewone brieven zal het zeer moeilijk zijn om gaaf drukwerk terug te vinden uit alle frankeerperiodes en met alle beschikbare préo’s. Veel verzamelaars hebben er echter een hekel aan. Ze kunnen niet achter klemstrookjes geschoven worden; men vindt ze niet in ruilboekjes en er bestaan geen catalogi die de waarde ervan bepalen. Daarnaast is er de begrijpelijke huiver voor maakwerk. Wegens het ontbreken van een doorlopend stempel op het stuk kan het immers zonder veel moeite nagemaakt worden.

Zicht op een dokterskabinet anno 1921
Toch pleit ik om geen préo’s af te weken van drukwerk dat je in jouw bezit hebt :
– De zegel is meestal een zeer voorkomende préo terwijl het soms zeer lastig is om hem terug te vinden op een poststuk.
– Een oordeelkundige mengeling van poststukken en losse zegels kan een verzameling van honderden (of duizenden) zegels veel boeiender maken.
– Drukwerk kan ontzettend mooi zijn en een goed beeld geven van de tijdsgeest.
– Aan de hand van poststukken kan soms bewezen worden dat stempels van kleinere kantoren niet uitsluitend zijn aangebracht op verzoek van een verzamelaar.
– Poststukken zijn een boeiend studieobject waardoor kan nagegaan worden in hoeverre de Posterijen zich hielden aan de eigen instructies.
Nog een tip: de kleine fotohoekjes zijn meestal niet geschikt om préo-poststukken op bladen te monteren. Ik zelf gebruik zelfklevende HERMA-fotohoekjes N°. 1302 (formaat 2,5 x 2,5 cm) waarmee je dikkere poststukken gemakkelijk op bladen kan plakken.